Kanttekeningen bij een televisie-indiaan
Misschien heb jij jouw verbazing wel eens uitgedrukt door te zeggen dat iets ‘van de gekke’ is. Onbewust citeerde je dan de bekendste Nederlandse televisie-indiaan: Kluk-Kluk. Met de kennis van nu, zijn er echter wel een aantal kanttekeningen te plaatsen bij deze jeugdheld van weleer.
Later lezen
In september 1958 maakt de Nederlandse jeugd kennis met een nieuwe televisieheld: Pipo de Clown.
De creatie van schrijver Wim Meuldijk wordt tot leven gebracht door acteur Cor Witschge en verovert met zijn avonturen en uitspraken als ‘Sapperdeflap’ vele kinderharten.
Pipo woont met zijn vrouw Mammaloe en dochter Petra in zijn eerste televisie-avontuur nog op een zolderkamertje.
De kenmerkende woonwagen van de clownsfamilie volgt pas later.
Dat de serie impact heeft, blijkt wel uit het feit dat het vervoermiddel zelfs jaren na de laatste uitzending nog wordt aangeduid als ‘pipowagen’.
Kort na zijn televisiedebuut in september 1958, ontmoet Pipo de Clown zijn toekomstige beste vriend: de indiaan Kluk-Kluk, gespeeld door Herbert Joeks.
Kluk-Kluk is op zoek naar zijn thuisland en vraagt Pipo hem te helpen.
In dit fragment uit 1980 vertelt de indiaan ruim twintig jaar later hoe hij destijds door zijn onhandigheid bij de clownsfamilie terecht kwam.
De rol van Kluk-Kluk is aan Herbert Joeks omschreven als een ‘bange indiaan’, maar de acteur heeft bij de eerste aflevering het idee dat dat nog niet helemaal uit de verf komt. In het TROS-radioprogramma De Duvel is Oud legt Joeks in 1991 uit hoe hij dat oplost: de manier waarop hij tegen het hondje van zijn dochter praat, wordt de basis voor wat het kenmerkende kromme taaltje van Kluk-Kluk zal worden.
De man achter Kluk-Kluk
Wanneer Herbert Joeks doorbreekt als Kluk-Kluk, heeft hij al zo’n honderd grote en kleine rollen in televisieproducties op zijn naam staan. Vanaf 1955 maakt de acteur namelijk deel uit van de vaste toneelkern van de Nederlandse Televisie Stichting (NTS). Nadat deze toneelkern in 1958 wordt opgeheven, blijft Joeks als freelancer actief voor de omroepen.
Kluk-Kluk neemt het niet zo nauw met de regels van onze taal en ontwikkelt een geheel eigen manier van spreken. Zo heeft hij het over ‘knok-vecht-sels’, een ‘stoom-col-le-me-tief’ of ‘een hobbelpaard met dubbele rugzak-bulten’. Vooral bij die laatste taalvondst zal het misschien even duren voordat jij doorhebt dat Kluk-Kluk een kameel bedoelt. Verder verwijst hij voortdurend naar zichzelf als ‘mij’ of ‘de mij’ en drukt hij gevoelens steevast uit door ‘van de’ aan een bijvoeglijk naamwoord toe te voegen. In zijn avonturen met Pipo is Kluk-Kluk dan ook vaak ‘van de bange’, al zal de indiaan zelf eerder beweren dat hij ‘van de voorzichtige’ is.
Toch weet de indiaan met zijn gebroken Nederlands een vaste plek in onze taal te veroveren.
Zijn uitspraak 'Dat zijn toch van de gekke' wordt in een iets aangepaste vorm opgenomen in het woordenboek en is zelfs tot in de Tweede Kamer te horen.
D66-oprichter Hans van Mierlo haalt met deze zinsnede zelfs De Telegraaf tijdens de verkiezingscampagne van 1971!
Het spreken van gebroken Nederlands is een kenmerk dat in die jaren vaker aan indianen wordt toegekend.
Toch komt Kluk-Kluk er nog redelijk goed vanaf...
De indiaan Otorongo in de populaire Vlaamse jeugdserie Johan en de Alverman uit 1965 komt niet verder dan het uitstoten van wat korte woordjes en een kenmerkend ‘oef’.
Zoals in dit fragment te zien is, heeft deze Vlaamse televisie-indiaan - net als Kluk-Kluk - lang zwart haar en draagt hij een indianentooi.
Ook de indianen uit de stripverhalen rond Hiawatha in het weekblad Donald Duck hebben in eerste instantie moeite om zich uit te drukken in onze taal.
Het verkeerde gebruik van het woord ‘mij’ en van meervoudsvormen van werkwoorden, komt hierbij overeen met de manier waarop Kluk-Kluk praat.
Als de strips in latere uitgaven opnieuw worden geplaatst, wordt dat echter aangepast en spreken de indianen wel correct Nederlands.
Wat vind jij: Is het goed dat het taalgebruik van Hiawatha is aangepast?
Na het eerste seizoen van Pipo de Clown verdwijnt Kluk-Kluk – tot verdriet van veel kijkers – uit de serie.
Schrijver Wim Meuldijk biedt Herbert Joeks wel een andere rol aan, maar de acteur weigert.
Hij wil naar eigen zeggen de kinderen de illusie van het karakter niet ontnemen door een andere rol in dezelfde serie te vertolken.
Zoals hier te zien is, duikt Joeks ondanks die principes in 1961 wel op als Kalief Omar in de serie Pipo in Kaliefland.
Kluk-Kluk komt vervolgens alleen eenmalig langs wanneer Pipo in 1962 - al is het tijdelijk - afscheid neemt van de kijker.
De definitieve terugkeer van Kluk-Kluk blijft uit tot 1966, als Pipo in korte verhaaltjes de kinderen aan het einde van de dag via de televisie naar bed brengt.
Beroemd worden de woorden waarmee de clown deze verhaaltjes voor het slapengaan afsluit: ‘Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen... welterusten!’.
In dit fragment uit één van de bijna 500 korte afleveringen, twijfelt Pipo’s dochter Petra of Kluk-Kluk eigenlijk wel een echte indiaan is.
Anders dan zijn soortgenoten in haar prentenboek, rookt Kluk-Kluk namelijk geen vredespijp.
Op de vredespijp na, voldoet Kluk-Kluk verder wel aan het op dat moment geldende stereotiepe beeld van een indiaan.
De ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci beschreef al in de vijftiende eeuw dat de oorspronkelijke bewoners van Amerika werden gekenmerkt door lang zwart haar en een door de zon gekleurde huid.
Zoals op deze afbeelding te zien is, krijgt de kalende Herbert Joeks daarom een zwarte pruik met twee staartjes en een indianentooi met slechts één veertje aangemeten.
In sommige opnames valt ook op dat de indiaanse personages licht geschminkt lijken te zijn met een oranje kleur.
Op deze afbeelding is te zien hoe Kluk-Kluk verder gebruikmaakt van pijl en boog, voornamelijk tijdens zijn optredens in het circus van Pipo.
Al kan Kluk-Kluk, die bekend staat als de beste mis-schietende indiaan ter wereld, niet heel goed met deze uitrusting omgaan.
Het personage wordt zodoende weggezet als onhandig en dat maakt hem, samen met zijn bange karakter, in veel situaties afhankelijk van zijn beste vriend Pipo.
De clown, die door zijn omgeving geroemd wordt om zijn handige 'denkhoofd', is dan ook duidelijk slimmer en minder bang dan Kluk-Kluk.
Dit standsverschil tussen de twee personages wordt nog eens benadrukt doordat Pipo veel beter Nederlands spreekt.
Ook na 1966 staat Kluk-Kluk zijn beste vriend Pipo nog regelmatig terzijde in de langere televisie-avonturen die volgen.
Zo ook in de serie Pipo op Bizarra uit 1971.
Dat is opmerkelijk, want na een zakelijk conflict over fotorechten...
zijn Cor Witschge en Marijke Bakker in hun rollen als Pipo en Mammaloe vervangen door Cees van Oyen en Janine van Wely.
Samen met Rudi Falkenhagen, die sinds 1963 de boef Snuf speelt, is Herbert Joeks daardoor het enige lid van de originele Pipo-cast die in de serie te zien is.
De kijker mist ‘de echte’ Pipo en Mammaloe en Witschge en Bakker hernemen hun rollen dan ook voor de volgende serie in 1974.
In de serie Pipo in West-Best uit 1980 krijgt Kluk-Kluk de kans om het stereotype van de onhandige, minder intelligente indiaan te doorbreken.
Hij reist samen met zijn vrienden af naar zijn geboortegrond...
waar hij zijn onhandigheid zal moeten overwinnen om zijn familie te kunnen verlossen van een gierige landeigenaar en diens handlangers.
Uit dit fragment uit de slotaflevering blijkt, dat Kluk-Kluk zijn uiteindelijke overwinning juist aan zijn onhandigheid te danken heeft.
Door zijn overwinning, wordt Kluk-Kluk opperhoofd van zijn stam. In deze slotscène kiest hij er echter voor om in plaats daarvan weer met het circus op reis te gaan.
De positie van opperhoofd had Kluk-Kluk een heldenstatus opgeleverd...
waarmee hij los had kunnen komen van het beeld van de domme, onhandige indiaan.
Door het personage terug te laten keren bij zijn circusvrienden, wordt dit stereotype juist in stand gehouden.
Wat vind jij van de keuze om Kluk-Kluk bij zijn circusfamilie te laten blijven?
Na deze serie, verdwijnt Pipo en daarmee ook Kluk-Kluk enige tijd van het scherm.
Herbert Joeks, de acteur die Kluk-Kluk al die tijd tot leven heeft gewekt, overlijdt in 1993. De originele Pipo, Cor Witschge, is twee jaar eerder al gestorven.
Het weerhoudt schrijver Wim Meuldijk er niet van om met nieuwe avonturen rond de clown te komen.
In dit fragment van het NOS Jeugdjournaal uit 1998 legt Meuldijk de essentie van een Pipo-verhaal uit.
Als met een televisiepilot (1998) en bioscoopfilm (2003) wordt geprobeerd om Pipo opnieuw onder de aandacht te brengen, verschijnt de clown zonder Kluk-Kluk aan zijn zijde.
Acteur Joep Dorren, de ‘nieuwe’ Pipo, legt in de talkshow Barend & Van Dorp uit dat het te lastig bleek om de juiste acteur te vinden om de rol te vertolken.
Critici menen dat het beeld van een krompratende indiaan niet meer in het huidige tijdsbeeld past.
Wat vind jij: zijn stereotypes nog van deze tijd?
Voor een reboot van de televisieserie Pipo de Clown in 2017, besluiten de makers om Kluk-Kluk aan te passen: hij draagt net als in de originele televisieserie nog steeds een indianenkostuum, is nog altijd onhandig en niet direct de slimste, maar zijn ooit zo kenmerkende kromme taalgebruik en bijbehorende accent zijn verdwenen.
Dag vogels... dag bloemen... maar nog geen 'dag Kluk-Kluk'! Wat denk jij, is Kluk-Kluk na de aanpassingen uit 2017 klaar voor een nieuwe generatie kinderen?
Gerelateerde verhalen
Bekijk ook
Jos Collignon, niet voor lange tenen
Vanaf de jaren zeventig is Jos Collignon een van de bekendste cartoonisten van ons land. Met penseel, inkt en een flinke dosis humor nam Collignon bijna een halve eeuw lang het nieuws op de hak. Graag vertelt Jos over wat er komt kijken bij het maken van een goede politieke spotprent.