Documentaires kijken met een hand op de muis
De razendsnelle ontwikkelingen op het internet drukken een stevig stempel op mediaproductie en -consumptie. Het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid neemt verschillende initiatieven om deze ontwikkelingen zo goed mogelijk te documenteren. De pilot met het archiveren van het tweede scherm van Zomergasten is al genoemd in een eerdere blogpost. Daarnaast worden er sinds 2008 internetvideo’s gearchiveerd en draait er momenteel een pilot voor het archiveren van websites met audiovisuele content. In aanvulling daarop zal Beeld & Geluid vanaf september 2012 in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam onderzoek doen naar interactieve audiovisuele producties.
Dit laatste initiatief vloeit voort uit een onderzoek dat in juni 2012 is afgerond naar de status van de documentaire op het internet. Er zijn binnen dit veld twee trends te signaleren. Allereerst zijn er steeds meer korte, lineaire documentaire video’s die gedistribueerd worden via videoportals als Vimeo en YouTube. Deze video’s worden in een specifieke context getoond die belangrijk is voor de ervaring van de kijker. In de directe nabijheid zijn commentaren van andere kijkers te lezen, het aantal views is zichtbaar en er zijn links met andere filmpjes. Deze maken allemaal onderdeel uit van de totale kijkervaring en dus is de vraag of ook deze niet gearchiveerd of in ieder geval beschreven moeten worden.
Een tweede trend vinden we waar documentaires gebruik maken van de mogelijkheden tot interactie die het internet biedt. Deze zogenaamde interactieve documentaire is hot and happening, althans internationaal gezien. De Duits-Franse cultuurtelevisiezender ARTE heeft er een groot onderdeel aan gewijd op haar website en de National Film Board of Canada (NFB) valt regelmatig in de prijzen op festivals met haar artistieke experimenten op dit vlak. Ook het IDFA wijdt een speciaal onderdeel van het festival aan ‘digital documentary storytelling’, genaamd Doclab. De Nederlandse publieke omroepen blijven momenteel nog achter op dit gebied. Dit is goeddeels is te wijten aan de beperkingen die de politiek oplegt aan de publieke omroepen waar het hun online activiteiten betreft. Er zijn wel producties die de uitzondering op deze regel vormen, neem bijvoorbeeld ‘Now Take a Bow’ (Jonathan Puckey & Roel Wouters) of ‘Collapsus’ (Tommy Pallotta).
Het lijkt onvermijdelijk dat Nederlandse documentaires op termijn vaker interactieve elementen zullen bevatten. Anticiperend op deze ontwikkelingen onderzoekt Beeld & Geluid wat nodig is voor het duurzaam opslaan van interactieve producties. Is het mogelijk om de productie in zijn oorspronkelijke werking te archiveren? Kunnen toekomstige generaties gebruikers op dezelfde wijze kennisnemen van de interactieve productie? Of moet de nadruk meer liggen op het beschrijven van die werking? Deze vragen staan centraal in het genoemde vervolgonderzoek. Daarnaast wordt bekeken waar mogelijkheden tot samenwerking met andere instanties liggen en welke tools ontwikkeld dienen te worden voor ontsluiting en documentatie van interactieve mediavormen. Via dit blog zal regelmatig een update gegeven worden van de ontwikkelingen.
Het onderzoek naar interactieve audiovisuele producties is het resultaat van een samenwerking tussen Beeld & Geluid en vijf universiteiten: Universiteit van Amsterdam, Universiteit Maastricht, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Utrecht en Rijksuniversiteit Groningen. Deze samenwerking in onderzoek naar mediageschiedenis is vastgelegd in een convenant.