Hoe sportvrouwen meer aandacht verdien(d)en
Ireen Wüst is met haar vijfde gouden medaille de meest succesvolle Nederlandse Olympiër. Geschiedenis schrijven doet ze niet alleen: dat doen de media die historische waarde aan de prestaties van sporters toekennen. Wanneer zijn media begonnen met het schrijven van sportgeschiedenis over vrouwen tijdens de Olympische Spelen?
Ireen Wüst is met haar vijfde gouden medaille de meest succesvolle Nederlandse Olympiër. Geschiedenis schrijven doet ze niet alleen: dat doen de media die historische waarde aan de prestaties van sporters toekennen. Wanneer zijn media begonnen met het schrijven van sportgeschiedenis over vrouwen tijdens de Olympische Spelen?
Een freule op de piste
De eerste Olympische Winterspelen waren in 1924. De enige manier om iets te zien van de wedstrijden in Chamonix was via een bioscoopjournaal. De Nederlandse radio-omroepen bestonden nog niet. Vanaf de jaren dertig werd radio een massamedium en de Nederlandse sport was een belangrijk programma-onderdeel. Door live verslagen kon het publiek voor het eerst de sfeer van het stadion op afstand meemaken. Dat gold alleen nog niet voor de Olympische Winterspelen waaraan ook de eerste Nederlandse vrouw deelnam, Gratia Schimmelpenninck van der Oye.
De Spelen van 1936 waren alleen te beluisteren via een korte samenvatting van de befaamde AVRO-verslaggever Han Hollander, of van de KRO of VARA. Geen live verslagen of interviews. Schimmelpenninck van der Oye werd gezien als kanshebber in het alpineskiën. Helaas werd ze door een val werd ‘slechts’ veertiende. Er zijn van deze Winterspelen geen radio-opnamen bewaard, maar ze is wel vereeuwigd in een amateurfilm van Quarles van Ufford, lid van het Nederlands Olympisch Comité.
Meedoen is belangrijker dan winnen
Na 1936 zijn er, vanwege de oorlog, pas weer Olympische Spelen in 1948. Op de Zomerspelen was Fanny Blankers Koen in de atletiek de grote winnaar met vier gouden medailles, maar op de Winterspelen zijn verder geen Nederlandse vrouwen. De aandacht voor sport op de radio was ook nog steeds beperkt, deze aandacht bestond vooral uit live verslagen van wedstrijden in eigen land. Dat kwam ook doordat de omroepen maar een paar eigen uitzenddagen op de radio hadden en ze niet graag samenwerkten in een gezamenlijk programma. Naast radio was live uitzending op de televisie nog niet mogelijk. Samenvattingen kwamen wel op filmrol met het vliegtuig naar Nederland, maar dat was eigenlijk al ‘oud’ nieuws.
'Ja meneer'
De eerste tekenen van succes voor de Nederlandse vrouwen dienden zich aan bij de Olympische Spelen van 1956 in Cortina D'Ampezzo Italië. De kunstschaatsters Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel waren met 14 en 15 jaar de jongste deelnemers aan de Spelen. Bescheiden, beleefd en bijna timide beantwoordden ze de vragen van presentator Jan de Troye in het radioprogramma De week draait voorbij. Sjoukje Dijkstra werd 12e, maar vier jaar later won ze zilver en acht jaar later goud. Ze groeide zo uit tot een icoon, recentelijk was ze samen met Haanappel te gast bij De Wereld Draait Door.
'Ze is de snelste, ze heeft goud!'
De eerste Nederlandse schaatster op Olympisch ijs was Wil de Beer in 1964. Ze schaatste in Innsbruck drie afstanden, de 15e plek op de 1500 meter was haar beste resultaat. In de radio- en televisiegids werden de sporters als ‘sterren’ gepresenteerd. Maar spannende live verslagen of interviews met de sporters waren er nauwelijks. Er is ook nauwelijks een uitzending in de collectie van Beeld & Geluid te vinden.
De jaren zestig en zeventig werden het tijdperk van Ard en Keessie genoemd, door de successen van Kees Verkerk en Ard Schenk. Toch hadden ook de vrouwen succes. Carry Geijssen won in 1968 als eerste vrouw goud op de 1000 meter. Ook Ans Schut en Stien Baas-Kaiser behaalden ere-metaal. ‘Ze is de snelste, ze is de snelste, ze is de snelste, ze heeft goud’ riep Theo Koomen in zijn enthousiaste verslag van de gouden race van Carry Geijssen.
Parallel aan het succes van de Nederlandse sporters, professionaliseerde de radio en televisie. Zo kwam er in 1967 het gezamenlijk sportprogramma Langs de lijn. Er kwamen meer uitzenduren, mede door de groei van het aantal zenders en snellere verbindingen werd het makkelijker om sportevenementen vanaf de andere kant van de wereld te verslaan.
Als we het verslag van de enthousiaste Theo Koomen in 1968 vergelijken met het ritverslag van Ireen Wüst op de 1500 meter in 2018, is Koomen nog vrij rustig. De duo-presentatie van Erben Wennemars en Sebastiaan Timmerman is een continue woordenstroom, waarin geen stilte valt. We horen nu ook het publiek op de achtergrond én het krassende geluid van de schaatsen op het ijs. Het geeft het gevoel dat je naast de baan staat.
Met de professionalisering van radio en televisie leidde succes van sporters dus vaak tot media-aandacht. Het duurde tot de jaren zestig totdat er vrouwen succesvol waren tijdens de Spelen, maar ook totdat radio en televisie meer zendtijd besteedden aan de Olympische prestaties. Mede door het portretteren van succesvolle sportvrouwen in de media en het idee dat ze daarmee verheven werden tot iconen, werden steeds meer Nederlandse vrouwen vanaf de jaren zestig dus succesvol. Het succes van sportvrouwen heeft een positief effect op emancipatie, is de gedachte van UNESCO.
Ook Ireen Wüst heeft geschiedenis geschreven, ze is een icoon voor haar sport. Maar tekenend voor het verschil tussen de status voor mannen- en vrouwensport is een artikel in de Volkskrant de dag na haar historische overwinning. Ondanks haar successen bleek dat Wüst moeite had om sponsors te vinden, in tegenstelling tot het icoon van het mannenschaatsen, Sven Kramer. Er valt dus nog wel iets te winnen voor de vrouwensport. De sportverhalen in het archief maken iconen, die van belang zijn voor de emancipatie, van deze vrouwen. Carry Geijssen won 50 jaar geleden goud, ik ben benieuwd hoe we over 50 jaar naar de ritten van Ireen Wüst terugluisteren.