Je bevindt je hier:

De Westerborkfilm: een beeld om nooit te vergeten

In 1944 worden in doorgangskamp Westerbork filmopnamen gemaakt over het dagelijks leven in het kamp. In de film verstopte de Joodse fotograaf Werner Rudolf Breslauer één shot dat de wereld over zou gaan als een van de meest indringende beelden van de Holocaust.

In 1944 worden in doorgangskamp Westerbork filmopnamen gemaakt over het dagelijks leven in het kamp. In de film verstopte de Joodse fotograaf Werner Rudolf Breslauer één shot dat de wereld over zou gaan als een van de meest indringende beelden van de Holocaust.

In 1944 worden in ‘Polizeiliches Durchgangslager Westerbork’ filmopnamen gemaakt over het dagelijks leven in het kamp. Het zullen de enige filmopnamen zijn die ooit gemaakt worden over de Duitse concentratiekampen. Het is deze film die historicus Presser beschrijft als onovertreffelijk: 'Een slechte, deels, grotendeels wel, zeer slechte smalfilm,' schrijft hij in Ondergang. 'Eindeloos lang, saai, vol herhalingen. [...] Men kan op deze documentaire alle critiek hebben; deze schrijver zou haar niet gaarne aan een groter publiek voorzetten. Voor hem is ze, als gezegd, onvervangbaar. En onovertreffelijk, misschien juist wel met of door haar gebreken.' 

De ‘Westerborkfilm’ is, samen met het script, op 30 oktober 2017 opgenomen in het UNESCO Memory of the World Register. Op deze lijst staat documenten die van grote betekenis zijn voor de wereld. Beeld & Geluid beheert de film, Herinneringscentrum Kamp Westerbork vertoont deze in het centrum en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies beheert het script.

Dat ene shot van een meisje met een wit hoofddoekje dat indringend tussen twee wagondeuren de wereld inkijkt maakt de Westerborkfilm onvergetelijk.

Opdrachtgever van de film was de Duitse kampcommandant Albert Konrad Gemmeker, die de film laat maken door enkele Joodse gevangenen. In het bijzonder maakt hij gebruik van Werner Rudolf Breslauer, een Joodse fotograaf uit Leipzig die als cameraman optrad. Dat hij meer een fotograaf was dan een filmer blijkt uit één subversieve, geniale keuze die hij maakte. De keuze om één enkel indringend beeld te verstoppen in deze ‘zeer slechte smalfilm’. Een beeld dat sindsdien op het netvlies en in de harten van miljoenen gebrand is.

Acte 1 van de Westerbork-film

Settela Steinbach

Gebreken heeft de film inderdaad, en saai is hij zeker. Maar die éne opname maakt de film inderdaad onvergetelijk: het shot van een meisje met een wit hoofddoekje dat indringend tussen twee wagondeuren de wereld inkijkt. Haar bestemming: vernietigingskamp Auschwitz, waar ze wordt vergast op 31 juli 1944. Haar naam: Anna-Maria Steinbach, roepnaam Settela. Haar gezicht is een van de meest indringende beelden geworden van de holocaust.

Dat ene indringende beeld van Settela is misschien wel duizenden keren gebruikt in artikelen, documentaires en schoolboeken over de hele wereld. Er is geen publicatie over de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog zonder de afbeelding van Settela. Wij weten nu wat haar lot was, zij wellicht toen (nog) niet. Haar gezicht en haar reis staan nu symbool voor de vernietiging van 7 miljoen mensen.

Joods of Roma?

Jarenlang werd ervan uitgegaan dat het meisje van Westerbork een Joodse gevangene van het kamp was. Pas in 1994 ontdekte journalist Aad Wagenaar na veel speurwerk dat het om een zigeunermeisje ging. Meer dan 250.000 Roma en Sinti zouden in diverse vernietigingskampen vergast worden.

Afbeelding van Rudolf Breslauer. Foto: NIOD.

In gruwelijk gezelschap

De ongelofelijke betekenis van dit iconische beeld maakt de film een bijzonder monument van herinnering. Settela heeft een prominente plaats gekregen tussen andere iconische beelden van oorlogen, beelden die in één oogopslag al het drama en alle verschrikkingen invoelbaar maken. Andere bekende voorbeelden zijn Phan Thị Kim Phúchet, het napalm-meisje uit de Vietnamoorlog, de uitgemergelde gevangenen van de oorlog in voormalig Joegoslavië en Alan Kurdi, het Syrische jongetje dat dood gevonden werd op het strand in Turkije.

Het beeld van Settela is 7 seconden - 168 frames - lang. Het is zo verstild dat het doet denken aan een foto. Steinbach kijkt, bewegingsloos. Een foto die alles vertelt en in perspectief zet. Hoe bijzonder is het dat 168 frames zo bepalend kunnen zijn voor ons collectieve geheugen.

Een daad van verzet

Naast alle andere beelden in de diverse actes van de film, is dit beeld een stijlbreuk. Het lijkt er niet zomaar, toevallig in te zitten. Het shot is een testament van zijn maker: Werner Rudolf Breslauer. Wellicht zijn ultieme wraak en (laatste) daad van verzet. Het is het enige intens droevige beeld in alle 11 filmrollen waaruit de Westerborkfilm bestaat. Het is gemonteerd tussen beelden van het transport van 19 mei 1944. Met opzet? Het moet haast wel. Dit ene beeld zet de rest van ‘zijn’ film in een compleet ander daglicht. Het verandert de ‘neutrale’ registratie die gevuld is met arbeid en vrolijkheid in een schijnwerkelijkheid. Juist door deze tegenstelling groeit de betekenis van het shot van Settela Steinbach. 

Werner Rudolf Breslauer

Over de film zelf zijn talloze artikelen en boeken geschreven en vele documentaires gemaakt, maar wat weten we over zijn maker Werner Rudolf Breslauer? Weinig tot niets. Toch is het de moeite waard iets ontdekken over deze man, die door zijn werk het verhaal van de Tweede Wereldoorlog een diepere laag heeft gegeven.

Albert Konrad Gemmeker. Foto: GaHetNa Nationaal Archief NL (publiek domein).

Het ontstaan van de Westerborkfilm

Het bestaan van de Westerborkfilm is ‘te danken’ aan Kampcommandant Albert Konrad Gemmeker. Hij vatte het plan op om het leven in kamp Westerbork op film te laten vastleggen. Twee redenen speelden hierbij mogelijk een rol. Waarschijnlijk wilde Gemmeker zijn superieuren overtuigen van het economisch nut van het kamp. Hij wilde sluiting van Westerbork voorkomen, omdat hij en zijn SS medewerkers dan naar het Oostfront zouden worden gestuurd. Een andere mogelijke verklaring is de enorme ijdelheid van Gemmeker. Wellicht wilde hij de film laten maken als herinnering voor later:

‘Gemmeker stond in het kamp bekend als een ijdel persoon, die genoot van zijn macht. Hij wilde het gefilmde kampleven, waarin hij als leider een hoofdrol speelde, voor zichzelf bewaren’ (Uit: Broersma en Rossing, Kamp Westerbork gefilmd).

Als Breslauer de opdracht krijgt is hij al bijna twee jaar werkzaam in het kamp als fotograaf. Met name als maker van pasfoto’s, soms wel 1300 op 1 dag. Gemmeker is op de hoogte van de aanwezigheid van kampfotograaf Breslauer en vraagt hem de film te maken. Het script wordt (al dan niet in samenwerking met Breslauer) geschreven door voormalig journalist Heinz Todtman, een gedoopte Duitse Jood en rechterhand van Gemmeker. Todtman was officieel hoofd van de interne kamporganisatie en werd gehaat door de medegevangenen in het kamp. Een van ‘de edelen van Westerbork’ zoals Philip Mechanicus dat in zijn dagboek In Dépot omschrijft. Todtman zal de oorlog overleven, en is de eerste jaren na de oorlog in dienst als PR-medewerker bij Volkswagen. Hij sterft in 1974.

 

Gebrekkige apparatuur

Breslauer heeft de beschikking over een camera van het merk Victor, die allerlei tekortkomingen vertoont. Zo zijn er een aantal sequenties in de film die zeer onscherp zijn. Een andere zichtbare is het bibberende beeld van de perronscène voorafgaand aan het beroemde shot van Settela. Breslauer heeft dus een goedwerkende camera en toebehoren nodig. Vanuit het kamp zoekt hij contact met zijn voormalige werkgever in Leiden over het leveren of eventueel uitruilen van een meer deugdelijke camera.

De betere camera komt echter niet van het bedrijf Koningsveld in Leiden, maar van Abraham Hammelburg. Hammelburg werkte voor de oorlog bij de Cinetone-filmfabriek. Na te zijn opgepakt in Den Haag in januari 1944 was hij in Westerbork terechtgekomen. Gemmeker ziet in hem de aangewezen persoon om aan betere opnameapparatuur voor “zijn” film te komen. Gemmeker laat Hammelburg op een zogenaamde “Stammliste” plaatsen, een mogelijkheid om aan transport naar het oosten te ontkomen. De tegenprestatie is het leveren van benodigde apparatuur. Hammelburg, die de oorlog overleeft:

‘Mij is toen gezegd dat er een film van het kamp gemaakt zou worden en dat ik de benodigde apparatuur daarvoor diende te leveren. Als ik daarin zou slagen, zou mijn plaats op de Stammliste worden verlengd’ (Uit: Broersma en Rossing, Kamp Westerbork gefilmd).

Dirk Mulder, directeur Herinneringscentrum kamp Westerbork. Bron: Kamp Westerbork - de film, NOS 2011.

In het voorjaar van 1944 krijgt Breslauer de definitieve opdracht van kampcommandant Albert Gemmeker het kampleven in Westerbork te filmen. Hij maakt dan onder andere gebruik van de Siemens-camera die Hammelburg heeft geleverd. Breslauer is een professionele fotograaf, een wat teruggetrokken en bescheiden man. Hij stemt in met de opdracht om zo zijn gezin te beschermen; ‘een veilige haven bieden’ zoals Dirk Mulder, directeur van Herinneringskamp Westerbork, het omschrijft in de NOS documentaire Kamp Westerbork, de film uit 2011:

Een andere getuige

Een andere belangrijke getuige van het leven in Kamp Westerbork is Philip Mechanicus, journalist bij het Algemeen Handelsblad. Op 27 september 1942 komt hij terecht in Kamp Amersfoort nadat hij wordt verraden en gearresteerd. Daar wordt hij gruwelijk mishandeld. Op 7 november 1942 arriveert hij in kamp Westerbork. Hij schrijft daar een bijzonder dagboek onder de titel in Depot. Uiteindelijk wordt hij doodgeschoten in Auschwitz-Birkenau op 18 maart 1944.

De sfeer van Westerbork is die van een filmstad, kunstmatig, surrogaat…

De film van Breslauer geeft in combinatie met het dagboek van Mechanicus een beeld van het kampleven. Aangezien er een pasfoto van Mechanicus is, is het waarschijnlijk dat zij elkaar in het kamp troffen, maar zeker is dat niet. Wie hun beider werk in samenhang bekijkt, krijgt onovertroffen beeld van het leven in Kamp Westerbork. Mechanicus beschrijft het leven in Westerbork zelfs regelmatig als een film. Op 21 juli 1943 schrijft hij: 

’Telkens weer is het hartverscheurend, moeders en vaders of enkel moeders met hun kleine kroost, een gele kaart op de borst, of gebogen ouden van dagen, alleen beladen met hun laatste povere bezittingen te zien uittrekken onder de hardvochtige wil van een mensenhater. Maar in de verschrikking zit crescendo: deze keer werden in het transport zwangere vrouwen in de zevende of achtste maand, kinderen met roodvonk van acht dagen opgenomen in goederen- en beestenwagens.’

Op 2 augustus 1943 vervolgt hij: 

’De sfeer van Westerbork is die van een filmstad, kunstmatig, surrogaat…’ en op 27 september voegt hij daar aan toe: ’En toch is de tijd als een film, als een afgrijselijke, maar boeiende film voorbijgegaan.’ ‘ik heb de film niet gezien als toeschouwer in een makkelijke fauteuil, maar als medespeler, die bij het spelen van zijn rol op zijn tanden moest bijten.’

Het boek maakt de vaak bibberige, vage beelden scherper. De film geeft aan het dagboek diepte.

Hij en Breslauer kunnen op dat moment onmogelijk beseffen hoe na de oorlog hun getuigenissen in elkaar zullen vlechten tot een monument van herdenking. Dagboek en film zijn complementair aan elkaar. Zij samen schetsen het totale beeld. Het boek maakt de vaak bibberige, vage beelden scherper. De film geeft aan het dagboek diepte. Wat na de oorlog rest is hun beider nalatenschap, de weerslag van hun lijden:

  • 11 filmspoelen, met beelden die uniek zijn in de hele wereld. Het zijn de enige beelden die gefilmd zijn in een concentratiekamp in “bedrijf”. 
  • Een dagboek, dat een van de meest schrijnende boeken is over het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog.

Kampcommandant Gemmeker In Beeld. Fragment uit Westerborkfilm.

De Westerborkfilm als bewijs

Zou Gemmeker het beeld van Settela gezien hebben? De beroemde perronscène, vlak voor de opname van Settela is het enige moment in de film dat Gemmeker zelf in beeld komt, als de toezichthouder op de wekelijkse transporten op dinsdag; de ‘manager’ van het doorgangskamp. Wellicht is dat al genoeg voor hem en kijkt hij niet verder, misschien heeft hij de beelden zelfs nooit gezien. Aan de andere kant zou het de kiem kunnen zijn van het conflict tussen hem en Breslauer dat later zou ontstaan.

Na de oorlog wordt Gemmeker gearresteerd en in 1949 voorgeleid in Assen. Hij wordt veroordeeld tot 10 jaar, maar komt na 6 jaar vervroegd vrij wegens goed gedrag. Daarna leeft hij - zoals dat heet - een teruggetrokken leven. Hij overlijdt in 1982 in Dusseldorf.

Chanita Moses: 'Gemmeker vertelde wat er in het oosten gebeurde.' Uit: Kamp Westerbork - de film (NOS, 2011)

Zou Gemmeker het beeld van Settela gezien hebben?

De centrale vraag van zijn proces was of hij heeft geweten wat zijn gevangenen te wachten stond als ze op de trein gezet werden. De bewijslast is echter te mager om deze vraag bevestigend te beantwoorden. Volgens directeur Dirk Mulder heeft Breslauer in ieder geval wel geweten wat de mensen die op transport werden gezet te wachten stond. Ook Breslauers dochter Ursula (inmiddels heet zij Chanita Moses) bevestigt dat in de NOS-documentaire Kamp Westerbork de film.

Chanita Moses: 'Ik ben samen met mijn moeder en broertjes naar Auschwitz gestuurd.' Uit: Kamp Westerbork - de film (NOS, 2011)

Het noodlottige einde

September 1944. Westerbork wordt leeggehaald. De economische functie - het niet meer ‘Kriegswichtig’ zijn voor de Duitse oorlogsindustrie - is de belangrijkste reden voor de opheffing. 200 mensen mogen achterblijven, de rest gaat op transport. Volgens medegevangene en vriendin van de familie Breslauer, Amely Weinberg-Cohen, hebben Gemmeker en Breslauer dan al een tijdje een conflict:

‘Gemmeker heeft Breslauer lang de hand boven het hoofd gehouden. Daar had hij zijn redenen voor. Breslauer wist veel van Gemmeker, ook van bepaalde privè-zaakjes. Ineens moest Gemmeker Rudolf niet meer en zocht naar een excuus om hem kwijt te raken. Hij liet Breslauer bij zich komen en zei: jij mag blijven, maar de rest van je gezin moet weg. Daar voelde Breslauer natuurlijk niets voor en hij verkoos om mee te gaan. Dat was precies de opzet van Gemmeker’ Uit: Broersma en Rossing, Kamp Westerbork gefilmd.

Breslauer is 3 jaar ouder dan Gemmeker, maar zou 40 jaar eerder sterven. De opdracht voor de film betekende voor Breslauer slechts een paar maanden uitstel van executie en niet de gehoopte redding voor hem en zijn familie. Op 4 september 1944 wordt hij met zijn gezin op transport gezet. Eerst naar Theresienstadt en vervolgens naar Auschwitz. Daar wordt hij op 24 oktober 1944 doodgeschoten.

Een plaats in de eregalerij

Behalve de film verdient ook Werner Rudolf Breslauer nadere bestudering en meer eer. Hij zou een gezicht moeten krijgen, een nader onderzoek, een boek, een eigen film, een documentaire. Breslauer is de man die de wereld in één beeld weet te confronteren met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, en wat er kan gebeuren als groepen mensen als minderwaardig beschouwd worden. De eer die hem nu toevalt, lijkt niet in verhouding tot zijn nalatenschap. Breslauer bewijst met dat éne in de film verstopte beeld dat hij - meer nog dan een cameraman - een fotograaf van wereldklasse was.

Ook al werd de film over Westerbork nooit afgemonteerd, dat ene beeld van het Sinti-meisje met het witte hoofddoekje, klem tussen twee wagondeuren en bijna op weg naar Auschwitz, maakt dat Breslauer behoort tot de canon van de oorlogsfotografie. Hij is vergelijkbaar met het belang van Henri Cartier Bresson, Robert Capa, Joe Rosenthal, Yevgeny Khaldei. Allen fotografen, net als Breslauer, die ons eraan blijven herinneren hoe belangrijk het is om ‘niet te vergeten’.

Breslauer bewijst met dat éne beeld dat hij - meer nog dan een cameraman - een fotograaf van wereldklasse was

De ‘Westerborkfilm’ is, samen met het script, op 30 oktober 2017 opgenomen in het UNESCO Memory of the World Register. Op deze lijst staat documenten die van grote betekenis zijn voor de wereld. Beeld & Geluid beheert de film, Herinneringscentrum Kamp Westerbork vertoont deze in het centrum en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies beheert het script.

Bronnen

  • Dr. J. Presser, Ondergang: de vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945, (2005, Aspekt)
  • Zoltán Kékesi, Agents of liberation, (2015, Central European University Press)
  • Philip Mechanicus, In Dépot, (1989, Van Gennep).
  • Koert Broersma en Gerard Rosling, Kamp Westerbork gefilmd (Herinneringscentrum Westerbork - Van Gorcum, 1997).
  • Esmeralda Böhm (eindredactie), Kamp Westerbork- de film, NOS 2011
  • www.vijfeeuwenimmigratie.nl
  • www.bevrijdingsportretten.nl

Met dank aan:

Esmeralda Böhm, Irma van Kampen, Erik van Tuijn