Je bevindt je hier:

De familiefilm als cultuurhistorische bron

Het gebruik van amateurbeelden en 'found footage' in documentaires en televisieprogramma's, zoals Andere Tijden neemt de laatste jaren een enorme vlucht. Ook verschijnen er steeds meer wetenschappelijke publicaties over amateurfilm en er zijn recent samenwerkingsverbanden tussen musea en archieven, zoals in het Amateurfilm Platform om deze amateurbeelden te verzamelen en voor een groot publiek toegankelijk te maken. De culturele en historische waarde van dit beeldmateriaal wordt steeds meer onderkend door archieven, musea, filmmakers en onderzoekers. Een samenwerking tussen de Universiteit Maastricht, Rijksuniversiteit Groningen en diverse archiefinstellingen waaronder Beeld & Geluid leidde tot een grootschalig  onderzoeksproject naar het vastleggen, bewaren en vertonen van familieherinneringen op film.

Onderzoekers Tim van der Heijden (Universiteit Maastricht) en Tom Slootweg (Rijksuniversiteit Groningen) vormen als promovendi onderdeel van het onderzoeksproject. Van der Heijden kijkt in zijn promotieonderzoek specifiek naar de relatie tussen technologie en gebruikersgeneraties: “Het is interessant om te zien  welke rol technologie speelt in het vormgeven van onze familieherinneringen in de twintigste eeuw. Vroeger had je veel minder mogelijkheden en was filmen bovendien een kostbare en tijdrovende hobby vooral weggelegd voor de welgestelde families. Tegenwoordig heeft iedereen een mobiele telefoon of digitale camera waarmee je kunt filmen. Dit heeft geleid tot zichtbaar andere opname- en vertoningspraktijken.”

100 jaar amateurfilm

De veranderingen die film, video en digitale technologieën als dragers van herinneringen hebben doorgemaakt de afgelopen 100 jaar en het effect ervan op de filmpraktijk is nog nooit eerder op systematische wijze onderzocht. Van der Heijden: “Hoewel er thematisch niet bijzonder veel is veranderd – we filmen nog steeds de eerste babystapjes en de familie op vakantie – zorgden de komst van bijvoorbeeld kleur, geluid, kleinere en lichtere opnameapparatuur, de zoom-functie en een langere opnametijd voor belangrijke veranderingen in het amateurfilmen.” 

 

(Uit de film:Jetty’s eerste stapjes, Piet Schendstock, 1941, collectie Beeld & Geluid)

Ook op het gebied van vertoning is er veel veranderd. “Vroeger werd op zondagochtend de projector van zolder gehaald en met het hele gezin gekeken naar de levende familieherinneringen. In het videotijdperk sloot men de camera direct aan op de televisie. Tegenwoordig beperkt de vertoning zich niet langer tot de huiskamer, maar kunnen de familiefilms met de hele wereld gedeeld worden dankzij sociale media als YouTube en Facebook. Er lijkt sprake van een culturele omslag waarin de grenzen tussen het private en publieke steeds meer vervagen.”

Deze veranderde cultuur van de familiefilm in het digitale tijdperk is iets waar mediahistoricus Dr. Susan Aasman (Rijksuniversiteit Groningen) specifiek naar kijkt. Aasman is expert op het gebied van familiefilm (zij promoveerde in 2004 op de cultureel-historische betekenis van familiefilm) en is tevens als onderzoeker verbonden aan dit project. Binnen haar onderzoek richt zij zich tot de dynamiek in de cultuur van de familiefilm in het digitale tijdperk.

Video als cultureel erfgoed

Eén van de interessante technologische veranderingen in het amateurfilmen is de komst van video, waarbij met name de komst van de camcorder de productiedynamiek van de familiefilm danig veranderde. Deze verandering werd door de toenmalige generatie van fervente smalfilmers niet altijd met open armen ontvangen. Een symposiumverslag van de overkoepelende amateurfilmvereniging NOVA kopte in 1983 al: ‘Video zal de smalfilmerij zeker niet verdringen’.

 

 

Amateurfilm Platform

Beeld & Geluid heeft mede daarom in samenwerking met een aantal belangrijke regionale archieven (Limburgs Film & Video Archief, Gronings Audiovisueel Archief, Gemeentearchief Rotterdam) het Amateurfilm Platform opgericht; een vooruitstrevende mogelijkheid voor de samenwerkende archieven om actief video in hun collecties op te nemen en te digitaliseren. Slootweg: “Helaas heeft het nog niet geleid tot een grote toestroom van home video’s. En dat is jammer, want anders dan bij smalfilm blijkt video toch een stuk minder bestendig tegen de klimatologische omstandigheden in kelders en zolders. Digitaliseringsondernemer Jean-Pierre Sens  (SuperSens) en de Groningse AV-specialist René Duursma hebben mij al gewaarschuwd voor de verschrikkingen van het zogeheten ‘sticky-tape-syndrome’. Via mijn onderzoek en andere wegen hoop ik het Amateurfilm Platform een grotere bekendheid te geven, zodat meer mensen zich bewust worden van het gevaar dat hun kostbare familiegeheugen loopt en de rol die het archief kan spelen in de preservatie.” 

 

Het archief van Beeld & Geluid, dat sinds 2004 de bijzondere collectie van de Stichting Smalfilmmuseum herbergt, vormt samen met de amateur- en smalfilm collecties in andere Nederlandse AV-archieven EYE Film Instituut, Gronings Audiovisueel Archief en het Limburgs Film- en Videoarchief een belangrijke bron voor beide onderzoeken. Naast enkele honderden unieke familiecollecties huisvest het archief ook een enorme collectie filmapparatuur en papieren bronnen (tijdschriften, amateurfilmhandboeken en persoonlijke documentatie). Het bestuderen van al deze bronnen geeft een boeiend inzicht in veranderende vormen van vastleggen, bewaren en vertonen van onze familieherinneringen in de twintigste eeuw.

Voor meer informatie over het gehele onderzoeksproject en haar projectleden, klik hier.

Volg de project-weblog op: http://homemoviesproject.wordpress.com/