Je bevindt je hier:

Cultuur openen voor gevorderden

Verslag van de tweede, derde en vierde masterclass Open Cultuur Data door Maarten Zeinstra, Nikki Timmermans en Lotte Belice Baltussen.

Op het R&D blog kon je al eerder het verslag lezen van de eerste open data masterclass die door Creative Commons Nederland is georganiseerd in het kader van het Open Cultuur Data initatief. In deze eerste sessie kregen 17 deelnemers uit verschillende erfgoedinstellingen een spoedcursus auteursrecht. In de drie workshops die daarop volgden, kwamen respectievelijk de thema's technologie & tools, hergebruik & toepassingen en voordelen & risico's aan bod.

Technologie & tools

Tijdens deze bijeenkomst werd er ingegaan op de vraag hoe je nu het beste datasets technisch kunt openstellen, en welke tools hiervoor beschikbaar zijn. Deelnemers maakten in sneltempo kennis met de betekenis achter termen en afkortingen als CC, API, RDF en XML. Maarten Zeinstra van Creative Commons Nederland gaf een presentatie over de zes verschillende Creative Commons-licenties. Deze licenties bieden rechthebbenden de mogelijkheid om werk te delen met anderen zonder dat iedere gebruiker hiervoor zelf toestemming moet vragen. Daarnaast kan je een cultureel werk ook oormerken als publiek domein met de Creative Commons Domain Dedication (CC0) of de Public Domain Mark (PDM). Met CC0 doe je expliciet afstand van al je rechten op een werk en geef je een werk aan het publiek domein. De Public Domain Mark wordt gebruik voor werken waarop geen rechten meer rusten.

Maarten Brinkerink, projectmedewerker R&D bij Beeld & Geluid, presenteerde Open Beelden als praktisch voorbeeld van het gebruik van open licenties. Video’s op het Open Beelden platform kunnen alle verschillende Creative Commons-licenties hebben, waarbij 'Naamsvermelding-GelijkDelen' de voorkeurslicentie is. Deze aanpak is erg succesvol gebleken bij het distribueren van informatie, onder andere naar Wikipedia. David Haskiya, product developer bij Europeana, sprak over API’s: Application Programming Interfaces zijn technologieën waarmee softwareontwikkelaars gestructureerd aan de slag kunnen. Een API is niet een product van je instelling, maar een communicatiekanaal en moet dan ook gezien worden als een vast onderdeel van de bedrijfsvoering. Ook zijn open licenties en duidelijke voorwaarden voor hergebruik van belang om een API tot een succes te maken.

Victor de Boer van de Vrije Universiteit sprak ten slotte over Linked Open Data (LOD). Waar open data vooral over rechten en toestemming gaat, gaat het bij LOD over interoperabiliteit. Technologische standaarden zoals RDF zorgen ervoor dat verschillende datasets zonder administratie van elkaar gebruik kunnen maken. Dit zorgt ervoor dat een culturele instelling alleen maar kennis hoeft te beschrijven waar hijzelf expert in is. Door naar andere Linked Open Datasets te linken krijgt een instelling toegang tot expertise die ze zelf niet in huis hebben.

Hergebruik & toepassingen

In deze derde masterclass werden allerhande voorbeelden gegeven van hoe open culturele data hergebruikt kan worden. Lex Slaghuis van Hack de Overheid startte de avond met een presentatie waarin hij inging op de opzet en uitkomsten van de diverse hackathons die door de jaren heen door Hack de Overheid zijn georganiseerd. Hierbij lag de nadruk op het feit dat het vooral belangrijk is om data-eigenaren en ontwikkelaars bij elkaar te brengen, zodat ze elkaar beter weten te vinden en een dialoog aangaan. Slaghuis liet een groot aantal voorbeelden zien van apps die waren ontwikkeld, met name vanuit de succesvolle Apps for Amsterdam en Apps voor Nederland competities.

De presentatie van Jonathan Carter en Paul Manwaring - ontwikkelaars bij Glimworm IT - sloot naadloos aan op die van Hack de Overheid, aangezien zij dit jaar het Goud wonnen op de Apps voor Nederland competitie met Vistory. Deze applicatie gebruikt geolocatietechnologie op smartphones om te bepalen waar je bent en laat je op basis hiervan historische films uit Open Beelden zien die in die buurt zijn opgenomen. Arjan den Boer van ab-c media, een webbureau voor musea, archieven en monumenten, presenteerde enkele projecten uit het ab-c media weblab. Hierin worden nieuwe technieken  gebruikt om erfgoed op innovatieve manieren te ontsluiten, presenteren en verrijken. Een voorbeeld hiervan is een applicatie die ab-c ontwikkelde voor de Apps voor Nederland: Gezichten van het Rijksmuseum. Hierbij is gezichtsherkenningstechniek toegepast op de schilderijen, tekeningen en foto’s van het Rijksmuseum, waarvan de gegevens en afbeeldingen beschikbaar zijn via de Rijksmuseum API. Op 4.200 kunstwerken werden door de API zo’n 7.800 gezichten gevonden. Vanuit de deelnemers van de masterclass werd vervolgens aangegeven dat het hen duidelijk was geworden dat ze in gesprek moeten treden met ontwikkelaars om zo gezamenlijk tot een toepassing te komen waar beide partijen iets aan hebben. Daarbij was de consensus van de deelnemers dat door data open te stellen, je bereik én relevantie als erfgoedinstelling enorm wordt vergroot.

Voordelen & risico's

Op 14 mei vond de 4e bijeenkomst plaats, waarin door mogelijke voordelen én risico's van het openstellen van data aan bod kwamen. Martijn Arnoldus, senior adviseur bij Kennisland, legde aan de hand van Europeana white paper The Problem of the Yellow Milkmaid uit hoe data gepositioneerd is binnen verschillende soorten erfgoedinstellingen. In dit paper kwam naar voren dat erfgoedinstellingen met name verlies van naamsvermelding en potentieel inkomen als een risico zien. Deelnemers van de masterclass voegden hier nog aan toe dat binnen hun organisaties ook het verlies van controle over hun data als een belangrijk risico werd beschouwd. De grootste voordelen van open data zijn volgens de paper en de deelnemers dat het bijdraagt aan de missie van een culturele instelling, aan de toename van je relevantie als instelling en aan een toegenomen bereik en aantal communicatiekanalen. Daarbij gaven de deelnemers aan dat er een grote behoefte is aan praktijkervaring en goed omschreven cases waarin de gevolgen van het openstellen en herbruiken van data wordt gedocumenteerd.

Paul Suijkerbuijk presenteerde vervolgens het project data.overheid.nl. Dit project verzamelt open overheidsdata en maakt deze beschikbaar als een product van de Europese richtlijn over publieke sectorinformatie (PSI-directive) en de Wet Openbaarheid Bestuur. Suijkerbuijk gaf aan dat je het beste kunt starten met het openstellen van data door data te vinden die technisch eenvoudig vrij te maken zijn en waarvan je weet dat dit rechtentechnisch ook kan. Daarbij benadrukte hij het belang van het actief koppelen van ontwikkelaars aan de data-eigenaren bij het openstellen en hergebruiken van data. Pas dan kunnen partijen wederzijds hun behoeften kenbaar maken en ontstaat er pas echt ruimte voor het maken van een toepassing waar beiden iets aan hebben.

Als laatste sprak Bram Voermans, adviseur open data bij  het Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. OCW heeft een formele positie uitgesproken over open culturele data als onderdeel van de PSI-directive. De Europese Commissie wil de richtlijn uitbreiden en culturele instellingen verplichten ook aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Het ministerie van OCW vindt echter dat Brussel hiermee te ver gaat: de PSI-directive is geschreven voor overheidsdata en niet voor cultuurdata. Deze scheidslijn is belangrijk, zeker aangezien het openstellen van data voor met name kleine erfgoedinstellingen geen sinecure is en een grote druk kan leggen op het personeel en de financiën van een organisatie. Voermans gaf aan dat dit een principieel verschil is en dat de het ministerie het openstellen van culturele data wel aanmoedigt.

Volgende bijeenkomst

De vijfde en laatste masterclass van Open Cultuur Data valt samen met de hackathon en workshops op 16 juni. Hier zullen de vrijgemaakte datasets worden gepresenteerd en zullen ontwikkelaars worden aangespoord deze te gebruiken in nieuwe, innovatieve toepassingen.

Colofon & links