Je bevindt je hier:

Aai, au, aau, Poldernederlands in Beeld en Gelaud

Wat hebben Katja Schuurman en Patrick Lodiers gemeen? In december geeft taalkundige Jan Stroop het antwoord: ze spreken Poldernederlands. Tijdens zijn lezing voor de Illustere school in Beeld & Geluid laat Stroop de verandering van uitspraak in het Nederlands overtuigend zien en horen. Mèt behulp van radio- en televisieprogramma’s uit het archief van Beeld & Geluid. Ondersteund door wetenschappelijk onderzoek.

Rond 1990 ontdekt Stroop het taalfenomeen in het lied Blaaif baai maai van Paul de Leeuw. In 1993 signaleert ook taalkundige Siemon Reker uit Groningen de trend van de veranderende uitspraak van ‘ei’ en ‘ui’ in zijn radiocolumn op Radio Noord. Stroop raakt gefascineerd als hij Trijntje Oosterhuis een gedicht van Ted van Lieshout ziet voordragen tijdens de Nationale Dodenherdenking in 1997. Uit de mond van de zangeres rollen de woorden ‘verleden taaid’ en ‘omdat taaid voorbij kan gaan’.

Zijn observaties verwerkt Stroop in zijn boek ‘Hun hebben de taal verkwanseld’ (2010). Als taalkundige is hij de boodschapper van het continue veranderingsproces van taal. Hij geeft geen oordeel. Wat nu niet mag, kan later geaccepteerd en opgenomen zijn in de officiële grammatica. Zo lijkt het er op dat wat in de middeleeuwen begint, pas aan het eind van de 20e eeuw een vervolg krijgt. Stroop merkt op dat het Poldernederlands model wordt voor Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN).

Eind jaren 90 onderzoeken Stroop en anderen de spreektaal in verschillende radio en televisieprogramma’s. Met name (hoogopgeleide) vrouwen spreken een variatie op het ABN. In taalkundige zin is er sprake van verlaagde articulatie van diftongen. De klanken ei, ui, au veranderen in aai, au, aau. Stroop geeft er na enig onderzoek de naam Poldernederlands aan. Het Parool kopt ‘Poldernederlands verdringt ABN’ (28 maart 1998) en Stroop is te gast in verschillende radio- en televisieprogramma’s. Zoals bij Paul de Leeuw in Laat de Leeuw.

Wie nieuwsgierig is kan op de site Poldernederlands luisteren naar Katja Schuurman, Sophie Hilbrand, Agnes Kant en Ella Vogelaar. De gebruikte radio- en televisieprogramma’s komen uit de collectie van Beeld & Geluid, een onuitputtelijke audiovisuele bron om taalontwikkeling te bestuderen. 

Spraakherkenning maakt het mogelijk om de uitspraak van specifieke woorden in wetenschappelijk onderzoek te vergelijken. Dit kan de observatie van Stroop verder onderbouwen. Dankzij het project Beelden voor de Toekomst is een schat aan audiovisueel erfgoed digitaal beschikbaar het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid. Onderzoeksprojecten als CATCH en CLARIN bieden kansen om het Poldernederlands in audiovisueel materiaal over een langere tijd te toetsen. Hopelijk pakken taalkundigen dit onderzoek op.