Polygoon

Uit B&G Wiki
Polygoon uiltje.jpg
NaamProfilti NV
Oprichting1919
OprichterJules Stoop
LocatieDen Haag

Algemeen

De naam “Polygoon” is binnen de Nederlandse cultuur onlosmakelijk verbonden met de bioscoopjournaals Neerlands Nieuws en Wereldnieuws. Met deze journaals vermaakt en informeert de filmfabriek de bioscoopbezoeker voor het grootste deel van de twintigste eeuw. Het eerste bioscoopjournaal wordt onder de naam Hollands Nieuws vertoond in 1922. De laatste vertoning van het bioscoopjournaal, dat na de Tweede Wereldoorlog de titel Neerlands Nieuws krijgt, vindt plaats in 1987.

Inmiddels heeft het filmmateriaal van Polygoon een grote waarde verkregen als cultureel erfgoed. Men denkt bij de naam Polygoon misschien wat minder snel aan het grote oeuvre aan documentairefilms en de incidentele speelfilm, waarmee de firma toch ook een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse cinematografie. Vooral voor de oorlog besteden filmmakers in dienst van Polygoon veel aandacht aan de esthetiek van de beeldtaal en genieten zij de ruimte tot experimentele stijloefeningen

Omdat het archief van Polygoon door de jaren heen met zorg is beheerd en bewaard, kunnen we heden ten dage nog steeds genieten van het door de filmfabriek opgenomen beeldmateriaal. Bijna dagelijks vinden fragmenten uit de vroegere bioscoopjournaals hun weg naar televisieprogramma’s, films en worden geluidsfragmenten ook op de radio ten gehore gebracht.

1919-1924 Beginjaren

Polygoon ziet het levenslicht in 1919, onder de naam Ned. Mij. Cinematografie Filmfabriek Polygoon (wat in het Grieks “veelhoek” betekent). De filmfabriek begint in de woning van Jules Stoop. Als hoofd van de afdeling documentaire binnen de Haarlemse filmstudio Hollandia Filmfabriek is Stoop begaan met het lot van de Nederlandse non-fictie film. De aandacht van de studio gaat voornamelijk uit naar de productie van speelfilms, wat de documentairefilm tot een ondergeschoven kindje maakt. Wanneer Hollandia in 1919 op het randje van faillissement balanceert, besluit Stoop, die inmiddels is bevorderd tot mededirecteur, zich te laten uitkopen. De afdeling die zich bezighoudt met het produceren van documentaire, wetenschappelijke, industriële en actuele films wordt vanaf dat moment zijn eigendom. Voor zijn nieuwe firma heeft hij alleen nog een kantoorruimte en een nieuwe naam nodig. Hiertoe verbouwt hij zijn eigen woonhuis aan het Floraplein in Haarlem tot een kantoor met een showroom, drukkerij en ontwikkelkamer. In de zomer van het jaar 1920 presenteert Stoop zijn nieuwe filmfabriek aan het publiek.

Via het fotografietijdschrift Focus komt Stoop in contact met de gebroeders Ochse, die beiden als amateur-fotograaf aan het tijdschrift verbonden zijn. De gedeelde belangstelling en bewondering voor fotografie en cinematografie brengt Stoop er toe de broers aan te nemen. Isidor Arras Ochse treedt in dienst als cameraman en Brand Dirk Ochse ontpopt zich als administrateur.

De gebroeders Ochse zijn zeer begaan met het lot van Polygoon.“De film in dienst der wetenschap en hare beteekenis als kunst” wordt het motto van Polygoon, een uitspraak die zij ontlenen aan de titel van de inaugurele rede van hun mentor W.H. Idzerda, privaatdocent fotografie aan de Technische Hogeschool Delft. Daarbij vervangen ze het woord “fotografie” door het woord “film”. Dat het verband tussen kunst en wetenschap bij Polygoon een belangrijke positie inneemt wordt nog eens bevestigd door de komst van het beroemde Polygoonlogo, met als middelpunt het dier dat symbool staat voor kennis en wetenschap, de uil.

In de beginjaren beperken de werkzaamheden van Polygoon zich tot het vertalen, grafisch verzorgen en op film afdrukken van tussentitels voor buitenlandse films. Ook werkt het bedrijf af en toe aan een industriële filmopdracht en vervaardigt het enkele opdrachten van welgestelde particulieren die bruiloften of andere bijzondere familieaangelegenheden willen laten vastleggen.

In 1921 begint de firma aan haar eerste grote filmproject waarin typische Nederlandse volksgebruiken in het voorjaar aan bod komen. De film Neerlands volksleven in de lente doet het commercieel gezien niet al te best in de bioscopen, maar in de pers wordt deze wel positief ontvangen. Vooral is er veel lof voor de filmkunsten van cameraman I.A. Ochse. Ook B.D. Ochse wordt zeer gewaardeerd voor zijn inzet voor de firma en als deze in 1921 wordt omgezet in een NV is al snel duidelijk dat hij de functie van directeur op zich zal nemen. Begin 1922 verlaat Polygoon het woonhuis van Stoop en vestigt het bedrijf zich in een kantoor aan de Bloemersteeg in Haarlem.

Langzaamaan begint Polygoon met het vervaardigen van een eigen bioscoopjournaal, waarin in eerste instantie voornamelijk verslag wordt gedaan van actualiteiten uit Haarlem en omstreken. Voor het eerste grote nieuwsitem vliegt I.A. Ochse naar Denemarken om daar het bezoek van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik aan de Deense Koninklijke familie te filmen. Dezelfde dag zendt I.A. het filmmateriaal per vliegtuig terug naar Nederland, alwaar B.D. ervoor zorgdraagt dat het materiaal die avond nog in bioscopen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam vertoond kan worden. In het jaar 1922 slaagt Polygoon erin om veertien journaals te produceren.

Polygoon geschiedenis nonnen op de beurs.jpg

Daarnaast blijft Polygoon zich eveneens bezighouden met de productie van onderwijsfilms. Zo maakt I.A. Ochse in 1922 in samenwerking met de directeur van de Rotterdamse Schoolbioscoop A.M. van de Wel de film De Rijn van Lobith tot aan Zee, waarmee Polygoon aanzien verwerft in onderwijskringen. Het volgende project waar Polygoon zich aan waagt is een film over de visserij in Nederland. Omdat I.A. Ochse weinig tijd heeft om aan het project mee te werken, stelt hij zijn jonge assistent Cor Aafjes aan als cameraman. Aafjes gaat de Noordzee op en vervaardigt drie van de vier delen van de film De Nederlandsche Noordzeevisscherij. Het vierde deel wordt door I.A. Ochse zelf gefilmd. Vanaf dat moment blijft Aafjes als cameraman werkzaam bij Polygoon.

1924-1940 Bioscoopjournaal

In 1924, nadat Polygoon in het voorgaande jaar 21 journaals heeft vervaardigd, manifesteert het bedrijf zich als dé producent van het Nederlandse bioscoopjournaal. Vanaf 1 januari van dat jaar brengt de filmfabriek haar journaals naar buiten onder de naam Hollands Nieuws. Polygoon adopteert de slogan “Waar zij niet zijn is niets te doen”, die verwijst naar de vier cameralieden die per trein het land afreizen op zoek naar actualiteiten.

Geïnspireerd door het succes van Hollands Nieuws beginnen ook andere filmfabrieken met het produceren van actualiteitenjournaals. Om in de concurrentiestrijd voorop te blijven lopen, besluiten de gebroeders Ochse een kostbare expeditie te ondernemen naar Nederlands-Indië, met als doel het leven in het tropische gebied in beeld te brengen. Om de reis te kunnen bekostigen richt B.D. een zustermaatschappij van Polygoon op, onder de naam NV Nederlandsch-Indische Film Maatschappij. Met het maatschappelijk kapitaal van 200.000 gulden kunnen de broers hun uitheemse project financieren. Met de film Naar tropisch Nederland boekt de NIFM haar eerste succes. Omdat cameraman I.A. Ochse voor het filmen naar Indië is afgereisd, ontstaat er voor cameraman Cor Aafjes de mogelijkheid zich te ontplooien als nieuwe filmkunstenaar voor Polygoon. Met de zeer geslaagde films Staalfabriek J.M. de Munick Keizer, De Bijenwereld en Pinksterfeesten der AJC voor de socialistische Arbeiders Jeugd Centrale zet Aafjes zich als bekwaam cameraman op de kaart.

Russische Stijl

Geïnspireerd door de filosofie van de Nederlandse Filmliga, waarvan vele aanhangers een voorliefde hebben ontwikkeld voor de Russische cinema, gaat Aafjes aan de slag voor zijn nieuwe opdracht. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de krant Algemeen Handelsblad maakt Cor Aafjes begin 1928 een film die zich in vele opzichten onderscheidt van het werk dat hij tot dan toe heeft geproduceerd. Handelsbladfilm wordt zeer positief ontvangen. Niet veel later zal Aafjes de positie van adjunct-directeur van Polygoon bekleden. Hij zal de functie echter niet lang uitoefenen. Op 12 oktober 1928 overlijdt Cor Aafjes op 32 jarige leeftijd. Hoewel er onder zijn collega’s bekend is dat hij aan een zwakke gezondheid lijdt, komt zijn dood zeer onverwacht. Op 15 oktober wordt hij begraven in aanwezigheid van al zijn collega’s van Polygoon.

Voor zijn overlijden heeft Aafjes gewerkt aan een film voor en over de Centrale Bond van Transportarbeiders. Omdat de film nog niet voltooid is, treedt de jonge talentvolle cameraman Jan Jansen aan als Aafjes’ opvolger. Niet alleen deelt Jansen Aafjes’ belangstelling voor de Russische filmkunst; hij kan zich eveneens vinden in diens socialistische politieke overtuigingen. In november 1928 voltooit hij de arbeidersfilm En Gij, Kameraad?, waarna andere bonden niet willen achterblijven. Polygoon ontvangt veelvuldig opdrachten om films te maken over verscheidene arbeidersonderwerpen.

Ook wordt cameraman Jo de Haas aangenomen als nieuwe rekruut bij Polygoon; al snel krijgt hij de opdracht van de winkelketen de Bijenkorf om de bouw van een nieuw filiaal in Rotterdam vast te leggen. De film Groei: De schepping van een warenhuis is behalve een document, een stijloefening die laat zien dat het medium film zich meer en meer ontwikkeld heeft als nieuwe kunstvorm. Nadat De Haas zijn werkzaamheden voor Groei' heeft voltooid, kan hij direct verder met een nieuwe opdracht. De Algemene Nederlandse Metaalbewerkerbond (ANMB) heeft Polygoon de opdracht gegeven een film te maken die de staalwerkers zal overtuigen zich bij de bond aan te sluiten. De Haas filmt hiervoor metaalarbeiders in verschillende bedrijven. Voor zijn cameravoering en de latere montage van Stalen knuisten laat hij zich inspireren door de stijl van de Russische cinema.

Concurrentie

De kwaliteitsfilms en bioscoopjournaals die Polygoon maakt zijn een belangrijk product voor de filmfabriek, maar nog meer kenmerkend voor de veelzijdige firma is de verscheidenheid aan diensten die zij biedt. Zo bezit de filmfabriek een aantal fotobureaus in de Randstad, produceert zij reclamefilms en vervaardigt zij af en toe familiefilms. Er is echter ook concurrentie. Deze komt uit de hoek van het in 1929 opgerichte bedrijf Filmfabriek Profilti NV, dat zich voornamelijk bezighoudt met het produceren van reclamefilms. Daarnaast heeft de Haagse firma NV Orion zich vanaf 1925 eveneens beziggehouden met het produceren van een bioscoopjournaal en maken ook zij reclamefilms. Als de twee firma’s in 1931 besluiten een samenwerkingsverband aan te gaan, betekent dat voor Polygoon dat er van de ene op de andere dag een bedrijf bestaat dat haar op alle gebieden naar de kroon kan steken.

De komst van de geluidsfilm blijkt voor Polygoon de kans om zich ten opzichte van haar concurrent te profileren. Ook Orion-Profilti beseft dat zij niet achter kan blijven en de race voor de primeur van de eerste geluidsfilm is begonnen. Polygoon wint de wedstrijd ternauwernood met de vertoning van de eerste Nederlandse geluidsfilm Het Pinksterfeest der AJC te Verhouten en Sportfeest der NASB te Arnhem, in vijf bioscopen op vrijdag 29 mei 1931. Orion-Profilti komt echter niet veel later, op 3 juli 1931 met het eerste Nederlandse geluidsjournaal Nederland in Klank en Beeld. Al snel komt ook Polygoon met een geluidsversie van haar bioscoopjournaal Hollands Nieuws en vult de bekende slogan van het bedrijf, “Polygoon spant de kroon’, aan met de frase ‘óók in toon.”

Omdat de overgang naar geluidsfilms en journaals de nodige kosten met zich mee brengt en de komst van geluid bovendien het filmvak in grote mate verandert, moet er binnen het filmbedrijf pas op de plaats gemaakt worden. Er is voor de filmmakers steeds minder ruimte om te experimenteren. Hierom besluit een aantal van de jonge getalenteerde medewerkers op te stappen. Max de Haas, Jo de Haas en Ab Keyzer kiezen er in 1932 voor om onder de naam Visie Film hun eigen productiebedrijf te starten.

In 1936 maakt Polygoon haar eerste grote geluidsdocumentaire 20.000 Mijlen over Zee, waarin een lange reis rond de wereld in een onderzeeboot is gefilmd. Directeur B.D.Ochse organiseert ter promotie van de film een campagne, die zijn hoogtepunt vindt in 1936 in het Haagse Capitol Theater, waar koningin Wilhelmina en prinses Juliana de film gaan bekijken. Aan het einde van de campagne wordt Ochse benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Ondertussen gaat het steeds slechter met de concurrent. Orion heeft zich uit het samenwerkingsverband met Profilti teruggetrokken en door het tekort aan gelden kan dit bedrijf nauwelijks het hoofd boven water houden. Uiteindelijk besluit de raad van commissarissen de stoute schoenen aan te trekken en de concurrent om hulp te vragen. Dit alles gebeurt, uit bedrijfspolitieke overwegingen, echter wel in het geheim. In de zomer van 1933 wordt B.D.Ochse benaderd door de aandeelhouders van Profilti of hij geïnteresseerd is om het filmbedrijf te kopen. Na overleg met het eigen bestuur besluit B.D. Ochse een nieuwe vennootschap op te richten onder de naam "NV Vereenigde Nederlandsche Filmfabrieken" (VNF). Profilti zal voortaan onder hetzelfde financiële regime vallen als haar voormalige concurrent. Wel behoudt de firma haar eigen bestuur en medewerkers, die niet of nauwelijks van deze constructie op de hoogte zijn gebracht. Langzaam maar zeker merken de medewerkers van beide bedrijven echter dat de felle concurrentiestrijd tussen de twee firma’s is afgenomen en dat zelfs beelden die geschoten zijn door cameramannen van Profilti, soms terug te zien zijn in het journaal van Polygoon.

Omdat hij het wat rustiger aan wil doen besluit directeur B.D. Ochse de dagelijkse leiding van zijn filmbedrijf over te dragen aan C. van der Wilden, die al eerder bij Polygoon betrokken is geweest als lid van de raad van commissarissen. Een jaar later vetrekt Ochse voor een bezoek naar de Verenigde Staten, waardoor hij de viering van het twintig jarig bestaan van Polygoon in februari 1940 misloopt. De dreiging van de oorlog werpt echter een donkere schaduw over jubileumfestiviteiten. Op het moment dat de Duisters in mei 1940 Nederland binnenvallen, filmen de cameralieden van Polygoon de intocht van de vijand.

1940-1945 Oorlogsjaren

Uit angst voor het verlies van banen en de in beslagname van apparatuur en het waardevolle archief waar men twee decennia lang zo hard aan gewerkt heeft, besluit C. van der Wilden de werkzaamheden van de filmfabriek in de oorlog voort te zetten. Uiteraard gebeurt dit niet zonder de inmenging en strenge toezicht van de bezetter.

In juni 1940 komt er echter een derde speler op het toneel. De Nazi’s hebben besloten dat Polygoon en Profilti voortaan moeten samenwerken met het Duitse filmverhuurkantoor Tobis. Vanaf 1 januari 1941 krijgt het bioscoopjournaal de nieuwe naam Tobis Nieuws. Polygoon en Profilti verzorgen vanaf dat moment wekelijks om de beurt het bioscoopjournaal. Door de gedwongen samenwerking groeit de verstandhouding tussen de medewerkers van beide filmfabrieken gestaag.

In het najaar van 1944 komt de productie van films wegens gebrek aan elektriciteit en het sluiten van de meeste bioscopen volledig stil te liggen. Voor de filmfabrieken is het nu de belangrijkste taak om de archieven en het apparatuur te beschermen en ervoor te zorgen dat deze niet in handen van de Nazi’s vallen. Door bombardementen gaat een aanzienlijk deel uit het archief van Profilti verloren. Medewerkers van Polygoon weten een groot deel van het eigen archief veilig de oorlog door te loodsen.

Vanwege het feit dat Polygoon en Profilti in de oorlog voor de bezetter reportages en films hebben vervaardigd, worden beide bedrijven na de bevrijding in 1945 onder toezicht geplaatst. De directeuren van beide bedrijven, C.S. Roem en C. van der Wilden, worden beschuldigd van collaboratie en op non-actief gesteld. Roem moet zijn werkzaamheden in het filmwezen twee jaar stilleggen en Van der Wilden wordt voor anderhalf jaar geschorst. Beide heren keren daarna weer terug in de directie van de filmfabrieken. Ter verdediging voeren zij aan dat zij op aandringen van de Nederlandse overheid tijdens de oorlog het economische leven zoveel mogelijk hebben laten doorgaan. Volgens de medewerkers van de filmfabrieken is er nooit sprake geweest van sympathieën voor de nationaal-socialistische ideologie. Voordat de oorlog begint zijn er veel Joodse medewerkers in dienst geweest. Bovendien hebben de filmbedrijven zich tijdens de oorlog, zo blijkt uit latere onderzoeken, geenszins verrijkt.

Voor de overheid is het bioscoopjournaal na de oorlog een belangrijk middel om een groot deel van de bevolking te bereiken. Het volk moet een hernieuwd vertrouwen krijgen in de samenleving. Hierom mogen Polygoon en Profilti hun werkzaamheden na de oorlog gewoon voortzetten, zij het onder toezicht van een beheerscommissie. Deze controleert de onderwerpen die in het journaal aan bod komen.

B.D. Ochse keert terug als directeur van Polygoon. Als kapitein van het Militair Gezag is hij vanaf 1944 verantwoordelijk geweest voor filmzaken in de bevrijde gebieden. Op 22 mei 1945 besluiten Polygoon en Profilti, mede vanwege het overheidsbeleid, een samenwerkingsverband aan te gaan. De twee bedrijven gaan voortaan verder onder de naam Polygoon Profilti Productions (PPP).

Polygoonjournaals Online

Beeld en Geluid heeft veel Polygoon journaals online beschikbaar gesteld, onder andere op het open mediaplatform Open Beelden.

Leaders van Polygoon

Polygoon leader01.jpg Leader Hollands Nieuws (realplayer) Leader Hollands Nieuws (Mediaplayer)

Leader polygoon profilti.jpg Leaders Polygoon Profilti (Realplayer) Leaders Polygoon Profilti (Mediaplayer)

Leader polygoon journaal.jpg Leaders Polygoon Journaal (Realplayer) Leaders Polygoon Journaal (Mediaplayer)

Leaders polygoon wereldnieuws.jpg Leaders Polygoon Wereldnieuws (Realplayer) Leaders Polygoon Wereldnieuws (Mediaplayer)

Diverse leaders polygoon.jpg Diverse leaders Polygoon (Realplayer) Diverse leaders Polygoon (Mediaplayer)